Januari 2025

 

Toen ik in 2021 voor het eerst de kunstmaand op Ameland bezocht, werd ik geraakt door de combinatie van natuur, kunst en ruimte. Het idee om daar zelf ooit een groots en meeslepend werk te plaatsen, schoot meteen in mijn hoofd – en heeft me sindsdien niet meer losgelaten.

Voor mij gaat dit niet alleen om de artistieke ambitie en de fysieke plek, maar vooral om wat het betekent om ergens zichtbaar (te willen) te zijn. Om gezien te (willen) worden.

 

Ik hoorde ooit de uitspraak: *'Het wordt pas iets als het wordt waargenomen.'* Die zin bleef haken en ik voel hem niet alleen als kunstenaar, maar ook als mens. Je kunt deze zin ook omzetten naar de vraag: ‘Word ik pas iets als ik gezien word?’  

Daarbij gaat het mij niet om bewondering of goedkeuring van anderen. Het draait niet om applaus of een oordeel. Het gaat om het lef om mezelf neer te zetten, om te durven bestaan in mijn eigen ruimte, zichtbaar en aanwezig.  Het is een manier om mezelf te bevestigen, los van wat anderen daar misschien van vinden.


Word ik pas iets als ik gezien word?

Dat is vraag die ik mezelf stel en die ik wil laten resoneren met mijn werk. Het voelt kwetsbaar om dit te zeggen, maar het is juist deze kwetsbaarheid die ik wil laten zien. In het afgelegen, ruige landschap van Ameland, waar natuur en kunst zo intiem samenkomen, zie ik een ideale plek om dit thema tot uiting te brengen.